donderdag 20 mei 2010

„Lie back and think of England”



Contrastvloeistof drinken is vies.
Het heeft niet een hele sterke smaak, maar het geeft me dezelfde griebels als melk.
Ik voel me er „niet lekker” door.  Of is het verbeelding?
In ieder geval is de diaree geen verbeelding.  Even de bijsluiter lezen
en ja hoor, da’s één van de bijwerkingen.  Beetje misselijk.  Is ook één van de bijwerkingen.
Gaat de lijdensweg dan toch een klein beetje beginnen?
Kan ik niet een slaapprikje krijgen?  Eentje die wat langer duurt dan 5 uur.  Zeg, 5 maanden?
En een pijn in m’n ketel (=hoofd) elke dag!  Ik denk dat dit komt doordat ik weer de anticonceptie-pil gebruik.  Daar ben ik mee begonnen omdat ik dan niet ongesteld hoef te worden (door blijven slikken, dus niet een week na elke strip stoppen).  Even geen extra bloedverlies voor mij.  Of, als ik toch de cyclus volg en een week stop, dan in elk geval een veel lichtere menstruatie.  Vermoedelijk ook mede oorzaak van ijzer-tekort trouwens, die zware menstruaties.  En dat komt dan weer door „vleesbomen”.  Wat een smerig woord is dat.  Wie heeft er ooit zoiets idioot’s verzonnen.  Vleesbomen zijn vergroeiingen en bestaan uit spierweefsel.   Een hele aparte „leer”, waar ik wel in zal duiken als deze bizarre toestand achter de rug is.
Mevrouw de chirurg, die vanochtend het spreekuur van Dr. Engel overnam, vertelde zeer uitgebreid over alles wat er gedaan gaat worden.  Ik had zelf eenAtlas van het menselijk lichaam meegenomen, zodat ze me precies kon aanwijzen waar, hoe en wat.   Zeer verhelderend.  
Het verbaasde me te zien hoeveel van de dikke darm er weggehaald word.  Toch veel meer dan ik had gedacht.
Bijna alle vragen die ik had, beantwoordde ze in het verhaal dat ze vertelde.  Alle openstaande vragen kon ik daarna nog stellen.
Voor mij is het belangrijkste een actief, vrij leven te kunnen vervolgen, zonder me elke dag af te vragen of ik iets wel kan doen en of er wel een WC is binnen afzienbare tijd/afstand.
Ze zei dat ze uiteraard geen garantie kunnen geven, maar ze deze operatie niet zouden doen als ze ook maar enige twijfel zouden hebben of het wel succesvol zou zijn.
Een relatieve geruststelling.  
De hoofdpijn vraagt om paracetamol.   Max, Isabel en ik moeten vanmiddag naar de tandarts, en dat vind ik al erg genoeg zonder hoofdpijn.
Arme Max.  Hij is altijd zo zenuwachtig.  Nu ook.  Wat een aandacht ineens voor het stoken, flossen en poetsen!  "Mama, dat ga ik van nu af aan elke dag doen.”  Tuurlijk.  Zegt 'ie elke keer.
„Ik vind de tandarts echt on-cool”, klaagt Max.  Dat happen in de fluor vindt hij echt vreselijk, maar nog erger vindt hij het als dat bitje uit gaat.  Daar moet hij altijd van kokhalzen.  We worden alle drie uitvoerig bekeken.  Er worden röntgenfoto’s gemaakt en we staan redelijk snel weer buiten.  Tot grote opluchting van Max wordt er geen fluorbehandelingen gegeven.  Volgens deze tandarts heeft dat weinig zin „dat is er met een uurtje al weer vanaf”.    Max is dan ook zeer tevreden met deze tandarts.
18.00 uur.
Tweede portie contrastvloeistof.
Dit keer neem ik een groter glas, zodat ik de rommel achter elkaar kan wegklokken en ik leg een licht zuur snoepje klaar wat ik direct op mijn tong kan leggen.  Daar gaat ie dan.
„Lie back and think of England”
Net niet gelukt om het hele glas in een keer leeg te drinken.  Ik moet even ademhalen.
Brrrr.
Om 17.30 had ik een tweede paracetamol nodig.
Na het eten sleep ik mezelf naar boven om op bed het RTL4 journaal te kijken.
Om 20.00 uur is de hoofdpijn ondraaglijk.  Peter komt me koffie brengen en ik vraag om nog een paracetamol.
Peter komt naast me TV kijken met een bord op schoot.  Hij heeft voor zichzelf nog een boterham met een gebakken eitje gemaakt.
De geur is walgelijk.  Normaal gesproken niet, maar nu wel.
Ik ga liggen.
Totaal verslapt en nergens toe in staat.
Peter gaat weer naar beneden. 
Max komt even bij me om te kijken of hij wat voor me kan doen.  „Aai me even door mijn haar.”  Breng ik met moeite uit.
Ik kan niet meer.
Max en Isabel moeten zich klaar gaan maken om te slapen en lopen te klieren.
„mmMMmm”  is alles wat ik aan geluid kan voortbrengen.
Max vraagt wat er is.  Kan hij nog wat voor me doen?  en aait me over mijn wang.
In het rechter deel van mijn voorhoofd en achter mijn rechter oog.  Daar zit de pijn.
Max en Isabel fluisteren en giechelen.
„mmMMmm” 
Max maant Isabel tot stil zijn.  „hoor je mama dan niet!”
„mmMMmm”   Max komt nog eens informeren.
Adem in, „water”.  Als een zucht komt het woord eruit.
Kan niet praten.  Alleen op een ademtocht één of twee woorden per keer uitzuchten.
Duizend woorden in mijn hoofd.
Kan niet. praten.
Als een loodzware last liggen mijn armen langs mijn lijf.
Kan ze niet optillen.
Kan. niet.
Alleen „mmMMmm” .
Ongeveer om 22.00 uur zakt de hoofdpijn plotseling een heel eind.  Niet weg, maar minder.
Ik kan weer overeind komen.
Peter komt naast me op bed zitten, maar hij is een kleine 40 kilo zwaarder dan ik en het matras zakt daardoor, onder hem, veel meer in.
Als een lappenpop val ik krachteloos tegen hem aan.  Kan me niet meer bewegen.
Even wachten.  Even.  Komt zo wel terug.  Een beetje.
De kracht die weer terugkomt gebruik ik helaas om geïrriteerd te zeggen ...dat ik toch niet kan, ...dat ik toch geen kracht heb, ...dat ik toch val.
Er komt weer wat energie terug.
„Dat is lang geleden” zeg ik tegen Peter.  „Dat ik zo’n hoofdpijn heb gehad en dat ik zo slap was”.
Is het alleen „de pil” of ook die contrastrommel?  Nog eens in de bijsluiter kijken.  Ja hoor, ook hoofdpijn staat bij de bijwerkingen.
Het zal misschien een combinatie zijn van de twee.
Tjonge.  Die keer:  Ik woonde nog op de Hoofdweg in Amsterdam.  Ik was dus ergens tussen de 19 en 24 jaar.   De eerste echte migraine.  Ik was alleen thuis en lag met een zonnebril op in bed.  De donkerbruine zware velours gordijnen dicht.  Geen reepje licht kwam nog naar binnen.  Ik kon nog met één arm uit bed hangen en mijn moeder bellen.  Maar kreeg mijn vader aan de telefoon.
Fluisteren op een uitademing bracht ik het woord „hoofdpijn” uit.  
Mijn vader is hartstikke doof en had toen ook nog geen gehoorapparaatje.  Toch verstond hij me en zei: „ik kom eraan”.
Hij was er goddank binnen een kwartier en heeft toen een soepje voor me gemaakt.
De volgende dag ben ik naar de huisarts gegaan en zei: „of ik heb een tumor of ik heb een hersenbloeding”.
Morgenochtend nog twee keer die troep drinken.  Als de hoofdpijn daarvan komt, dan begint het twee uur na inname, dus om 09.00 uur.  Juist dan moet ik de laatste portie drinken.  Zal er nog sprake zijn van "een bestaan" om 11.00 uur?   
Nadat Max en Isabel geboren waren ben ik nagenoeg hoofdpijn vrij.  Alleen in de week van de menstruatie heb ik er nog last van, maar dat is te doen met wat Ibuprofen.
Ik heb het niet gemist.
Annelies


Geen opmerkingen:

Een reactie posten