vrijdag 28 mei 2010

Vrolijke stipjes


Isabel kwam met een vriendin tussen de middag thuis een broodje eten en we hadden natuurlijk het fantastische nieuws van het St. Michaël College, waardoor ik er te laat achter kwam dat ik al onderweg had moeten zijn naar het VU-ziekenhuis!
Om 13.00 uur ben ik het huis uitgerend naar het stations.  Een goede basisconditie zorgde ervoor dat ik  dit zonder problemen kon volhouden en zo stond ik nog maar net twee minuutjes op het perron uit te hijgen, toen de trein kwam.
'Time management’ noemen ze dat.
Ik had met Clara afgesproken dat we vooraf een kopje thee zouden drinken in de Brasserie voor de Poliklinieken, maar ik moest haar nu bellen om te zeggen dat het na de CT-scan zou worden.
De afsprakenbrief met streepjescode hield ik voor de scanner aan de balie en ‚hopsa’ ingecheckt.  Ik moest er om 13.45 uur zijn en dat is het precies.
Even snel nog een sanitaire stop.  Terwijl ik weer uit het toilet stap om in de wachtruimte plaats te nemen, vang ik een klank op die ‚Spaan’ hadden kunnen zijn.
Er staat een man om zich heen te kijken en ik vraag of hij ‚mevrouw Spaan’ riep.  Ja, dus.  Mooi, zonder vertragingen deze keer, achter elkaar door.  Daar houd ik van.
Hij doet de deur naar een kleedhokje open, maakt met een gewoon handtoestelletje een foto van mijn gezicht  „voor in het dossier” en verzoekt me onderkleding uit te trekken.  „Ik kom u zo ophalen door de andere deur.  Doet u deze wel op slot?”  
De tweede deur in het kleedhokje gaat open, waarachter zich de kamer bevindt met de scanner.
Ik loop ontspannen en zelfs een beetje vrolijk de ruimte in.  Er zal alleen een scan gemaakt worden.  Ik heb geen vieze vloeistoffen hoeven drinken en nergens stond iets over een infuus met contrastvloeistof.
Er staan drie personen op me te wachten.  De man had ik al de hand geschut, de andere twee vrouwen stellen zich aan me voor.  De lange blonde vrouw neemt de leiding.  Of ik zo op mijn buik op de tafel wil gaan liggen, met mijn gezicht naar beneden.  Op het hoofdeind ligt een blauwe schuine steun, met in het midden een gat.   Het lijkt op zo’n massagetafel-geval waar je met je gezicht naar beneden op kan liggen.
„We zullen met stift een aantal strepen trekken en dit draadje gaat tussen de billen.  Dat is alleen nu nodig, de volgende keren bij de bestralingen niet meer.”  Een draadje.  Waarom ook niet.  Het is weer eens wat anders dan contrastgel of echobuis.
Ik moet mijn armen boven mijn hoofd om de hoofdsteun leggen en mezelf in een positie manoeuvreren waarin ik het een kwartier ontspannen vol kan houden.  Het is de bedoeling dat je doodstil blijft liggen.  Zeker wanneer er de volgende keer bestraald wordt, mag je echt niet bewegen.
Het valt niet mee, want de steun is bijna schouderbreed en de binnenkant van mijn bovenarmen leunen daardoor op de tamelijk harde rand.
We proberen verschillende armhoudingen, maar de conclusie is dat ik een beetje te smal ben om hier echt goed in te passen.  "Nou, toe maar hoor, ik hou dit wel een kwartiertje vol.”
Er wordt nog een foto gemaakt vanaf de andere kant van het apparaat, de voorkant, zodat ze deze bij de werkelijke bestraling kunnen gebruiken om mijn armen weer exact zo in deze positie te leggen.
„Oh, dat ben ik nog vergeten te vertellen,” zegt de lange vrouw, „na de scan gaan we nog drie puntjes tatoeëren”.  Help!  Heb ik dat?  Ik had in de brochure wel gelezen dat dit „soms” wordt gedaan.  Waarom „altijd" bij mij?  Of doen ze het gewoon „bijna altijd”?  Want de stipjes zijn nodig voor het geval de lijnen te veel vervagen (door douchen en/of schurende kleding) en de referentiepunten verloren gaan.  Door de stipjes zijn de belangrijke kruispunt weer terug te vinden en kunnen de lijnen makkelijk opnieuw getrokken worden.
De drie nemen de benen om niet te worden blootgesteld aan de X-stralen.  Ik blijf alleen achter en doe mijn ogen dicht.  Daar beweegt de tafel en hoor ik allerlei zoemende en snerpende geluiden.  Glimlachend verbeeld ik me dat ik in een attractie van de Efteling lig.  Voel hoe het karretje met volle vaart naar voren en dan weer naar achteren schommelt.  De bocht door, links, rechts.  Om mij heen voel ik de cirkel draaien.  Zoef, zoem, zoef.  Abrupte stop.  Nog eens; naar voren, naar achteren.   En dan is het alweer afgelopen.  Jammer.
De drie komen weer uit hun bunker tevoorschijn.  Het draadje wordt verwijderd en ik moet blijven liggen, want nu volgt te tatoeage.
Op de foto boven zie je mijn welgevormde linker zijde.  De horizontale streep loopt van links, over mijn rug, door tot de rechterkant.  Daar is zo’n zelfde verticale lijn getekend.  Een klein stukje boven de bilnaad is nog een verticale lijn getrokken tot de horizontale streep.
Er zijn daarmee drie kruispunten ontstaan.  Op elk kruispunt wordt een kleine stip getatoeëerd.
Cool!
Het is 14.05 uur als ik klaar ben.   In het kleedhokje zie ik nog een vijfde rode streep.  Op mijn voorhoofd.  De afdruk van dat zogenaamde kussen.  Loop ik effe lekker voor lul.  Dan bel ik Clara.  Ze komt eraan.  In de Brasserie zitten we gezellig te kletsen.  Clara heeft zoveel te vertellen.  Het lijkt Isabel wel.  Bijna zonder tussentijds adem te halen zegt ze: „Het is misschien raar, maar ik geniet zo van je verhalen.  Je schrijfstijl en die humor.   Het is steeds net of het over iemand anders gaat, en dat is je talent natuurlijk, maar toch weet je dat het over jou gaat.  Je  kan het altijd zó meebeleven.  Je moet het uitgeven.  Ik weet zeker dat er andere (kanker) patiënten zijn die er heel veel steun aan hebben.  Het is zo herkenbaar allemaal.  Nou, veer in je kont.  Zo, genoeg complimenten voor nu.”  
Hé, een veer.  Die had ik daar nog niet gehad….
Hartstikke leuk om te horen en mooi dat ik er ook anderen zo’n plezier mee kan doen.  Maar uitgeven?  Mh, 'kwee-nie.  Wie zit er nou op te wachten?  En om ’r dan mee te gaan lopen leuren bij Uitgevers.  Stel dat ze me net zo minzaam glimlachend aan gaan zitten kijken als Balkenende tijdens de TV debatten als hij wordt aangevallen.
We keuvelen heerlijk verder over het werk, over de louche praktijken van autoverkopers, over honden en katten en geldverspilling.
Tijd om weer aan het werk te gaan.  Clara terug naar de overkant en ik naar de Metro.  Het was echt gezellig.
Annelies

Geen opmerkingen:

Een reactie posten