maandag 14 juni 2010

Post-operatief, deel 3

Roepende in de woestijn.
Ma 14 juni 2010. Derde dag na de operatie.


Vandaag is Marloes de verpleegkundige.
Ik wordt door haar niet herinnerd aan de anticonceptiepil, maar gelukkig ligt mijn eigen briefje nog steeds op mijn nachtkastje, zodat ik zelf actie kan ondernemen.

De voedingsassistent loopt met zijn kar over de gang en ik zeg tegen Ellie dat ik in de middag wel iets anders op mijn brood zou willen hebben.  

Iets smeuïgs als een tonijn- of kip-kerriesalade of zo.  Wanneer de man onze kamer inloopt schiet Ellie hem er onmiddellijk over aan.  Hij zegt dat het moeilijk is om aan te komen.  Het moet apart besteld worden en daar moet toestemming voor.  Hij zal wel kijken of er iets te regelen valt.

De zaalarts is vandaag van het type 'Gooise meiden'.
Niet helemaal mijn type.  Met een stralende glimlachend loopt ze een tikje nonchalant sloffend, de kamer in.  Het gaat om haar, dat straalt ze duidelijk uit.
Met een 'Kinderen voor Kinderen' 'eRretje' vertelt ze dat ejj is besloten dat vandaag mijn pijnbest.ijding op proef wojdt uitgezet.  En weg fladdert hare ijdelheid.

Het apparaat wordt van standje 8 naar standje 2 teruggedraaid.
Het duurt even voordat ik merk dat mijn rechterbeen weer bestuurbaar is.  Na een uur heb ik het ledemaat weer helemaal onder controle, maar niet veel later gaat het mis.  Enorm heftige rug- en uitdrijvingsweeën.
Nee, nee, nee!  Niet weer!
Ik krijg 1000mg Paracetamol en 500mg Naproxen.
Na een uur zou het moeten werken, zou de pijn moeten afzakken, maar er gebeurd niets.
Ohhh….pfff… het is niet te doen!  Help!
Zoals dat gaat met weeën, zijn ze er niet continue, maar met vlagen.  Ik krijg dus af en toe tijd om bij te komen, om daarna de volgende golf te incasseren.
Ik pffff, pffff, pfffff…
Ik pffff…. puf en kreun.
Mijn hoofd in mijn nek, mijn benen onrustig.
Ik kan dit niet aan.
Ik… Ik hou dit niet vol...
Mijn ogen vullen zich met tranen.
Mijn God, laat het stoppen…. Ohhh!

Marloes komt op de rand van mijn bed zitten… "Heb je zo'n pijn?"
"Oh… pfff…. pfff…"
Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen.
"Ohh… ik…. " ... Hortend en stotend breng ik uit "…ik kan dit niet volhouden…"
Marloes is weg, maar komt weer terug met een injectie in haar hand.  Er is snel overlegd en besloten dat ik er een morfine prik bij mag.  Het zal ongeveer 20 minuten duren voordat het werkt.
Ik kan niet meer.  Pfff…pfff…
Ik heb verdomme net een zware operatie gehad… Of ik nog even een kleine bevalling wil doen?
Waar slaat dit op !?!
Twintig minuten kruipen voorbij.  Het effect van de morfine is nul.
De weeën zijn te sterk, de pijn is te heftig.
Het Gooise meisje komt weer langs.  Ernstig kijkend nu.
Ze wil de operatiewonden zien om zich ervan te vergewissen dat ik geen lelijke ontstekingen heb en de pijn daarvandaan komt.  Alles ziet er 'rustig' uit, dus dat kan het niet zijn.  Ze moet haar bevindingen rapporteren aan de specialisten die daaruit conclusies moeten trekken.  Er wordt overleg gepleegd met de anesthesist, want het team van de pijnbestrijding is niet aanwezig.  Noodgedwongen wordt er besloten dat de epiduraal weer wordt aangezet.  Op standje 10 nu.
Het duurt even, maar dan zakt de pijn goddank af.  Het rechterbeen ligt er weer slapjes bij.
Er staat een artsenoverleg gepland om 11 uur, waarbij ook een Gynaecoloog aanwezig is en daar zal mijn "geval" in besproken worden.  Peter kan dan rond 12 uur bellen om het plan te vernemen.

Vlak na mijn operatie had Giel bij Peter op het hart gedrukt nooit te schromen als hij vragen of zorgen heeft.  "Je mag altijd naar de afdeling bellen, dag en nacht.  Daar zijn we voor."

Peter belt om te horen wat het artsenoverleg heeft opgeleverd, krijgt Marloes aan de telefoon, maar zij kan hem nog niets melden.  Het overleg is waarschijnlijk nog gaande.
Als Peter een uurtje later nog eens belt om te horen of er nu wel iets bekend is, krijgt hij een andere dame aan de lijn.  Ze roept Marloes:  "Het is meneer Spaan voor jou."  "Alweer?" hoort hij haar zeggen.
Na dat gesprek met Giel niet bepaald een reactie die hij verwacht had, maar op dit moment ook niet iets waar hij op reageert behalve met lichte verbazing.
Als het artsenoverleg voorbij is, krijg ik weer bezoek van hare voornamelijkheid.
Gelukkig nog steeds met een ernstig gezicht, vertelt ze me dat de Gynaecologe op kojte tejmijn helaas niets voor mij kan doen.  Een ope.atie is op dit moment uitgesloten.  Het ajtsenovejleg heeft opgelevejd dat de epidu.ale pijnbestjijding mojgen opnieuw wojdt stopgezet en dat ik dan viejj maal daags 1000mg Pa.acetamol k.ijg en twee maal daags 500mg Nap.oxen.  Eventueel aangevuld met Mojfine.
Geen bijzondere behandeling dus.
Je mag nou eenmaal niet langer met zo'n ruggeprik pijnvrij worden gehouden.
Vandaag heb ik in ieder geval geen pijn meer.  Hoe het morgen zal gaan, zullen we morgen wel zien.

Voor de lunch smeer ik Tonijnsalade op mijn boterhammen.
Laat ik meteen nog maar eens een bestelling aan Peter doormailen: ontbijtkoek met gember, kaasstengels en TUC.
Omdat het stoma op de dunne darm zit en het voedsel daardoor de indik fase mist die in de dikke darm plaatsvindt, verlies ik veel vocht.  Naast veel drinken is extra zout het devies, vandaar deze knabbelwaar.
Er komt een vrijwilligster met een prachtig boeket bloemen de kamer binnen.  Het is voor mij!  Van mijn collega's.  Wat geweldig zeg.  … Alleen…, de vrouw legt de bloemen op de tafel (midden in de kamer, bij het raam, waar niemand van ons bij kan komen).  Ik vraag of ze het boeket in een vaasje wil zetten, maar ze lacht en zegt dat de visite dat maar moet doen.   "Maar dan drogen ze uit."  zeg ik.  "Tja" zegt ze, haalt 'r schouders op en loopt de kamer uit.  Ellie, Nico en Joop kijken haar met open mond na.  Joop draait z'n hoofd naar mij en zegt ontzet "ze lachte er ook nog bij".
Op de site van het ZMC heb ik gelezen dat er vrijwilligers in het ziekenhuis werken die de bloemen verzorgen, water verversen, oude bloemen weggooien, enzovoort.  Ze doen allerlei klusjes, bijvoorbeeld ook mensen in een rolstoel van A naar B brengen.  De beloning is de voldoening iets voor de hulpbehoevende medemens te kunnen betekenen.
Wat is dit dan een vreemde vrijwilligster.
We kijken met z'n vieren naar het boeket op de tafel wat ligt te verslappen.  Niemand van ons is mobiel genoeg.
Zodra de eerste bezoeker onze kamer instapt, en dat is gelukkig heel kort daarop, vraag ik of ze voor het boeket een vaasje willen regelen.

Marloes houdt Nico de pijnindicatie-liniaal voor en vraagt hem aan te wijzen waar zijn pijnervaring zit.
Nico begrijpt het niet.  "Moet ik niet een cijfer geven?" vraagt hij.  "Nee, u moet op de liniaal aanwijzen welk gezichtje bij uw pijn past" legt Marloes uit.  "Dus geen cijfer?"  "Nee, geen cijfer."
Nico kijkt en kiest.  Marloes noteert en loopt weg.  "De vorige keer moest hij een cijfer geven", zeg ik tegen haar, om Nico's verbazing uit te leggen.  Oh… dat was kennelijk fout, want ik krijg van Marloes dezelfde stuurse reactie als eerder van haar collega toen ik Nico te hulp schoot.  Ik word genegeerd en ze verlaat geërgerd de kamer.  Ik heb wel al gemerkt dat ze met veel toewijding en plezier de beide oude mannetjes van onze kamer verzorgt, wat prima is (iedereen heeft zo z'n voorkeuren) maar wat moet ik hier nou mee?

Buiten het feit dat ik jammergenoeg nog aan de ruggeprik vast zit en alles nog duizelt, voel ik me goed.  Ik voel dat ik weer helder uit mijn ogen kijk en mijn bijdehante babbels zijn weer terug.  Een beetje te "terug" als je het mij vraagt.  Ik vind mezelf erg op de voorgrond en besluit dat het weer tijd is om de ADHD medicatie in te nemen.  Kennelijk ontwen je dat snel, want ik merk het effect behoorlijk sterk is.
Giel komt bij me zitten en we praten over het herstel, de weeën en welke medicijnen ik nu allemaal slik.  Ik vertel hem dat ik de ADHD medicatie vandaag heb ingenomen en dat het effect wel heel sterk is.  Toch denk ik dat het juist wel goed is om deze weer regelmatig in te nemen, omdat het ook vervelend is als ik dit straks weer helemaal opnieuw moet 'inregelen'.  Hij is het met me eens.  Verder bespreken we de pijnbestrijding waarover gesproken is met de specialisten.
Ellie heeft vernomen dat Giel weg gaat bij het ziekenhuis.  Ik vraag hem ernaar en hij vertelt dat hij een  opleiding gaat doen en een soort stage bij het VU in Amsterdam gaat lopen.  Daarna zal hij bij de OK van het ZMC gaan werken.  Dus toch niet naar een ander ziekenhuis.  Hij vertelt dat de reden is dat hij zich met een heleboel zaken niet kan vereenzelvigen en hij het vaak oneens is met de gang van zaken op deze afdeling.  Daar heeft hij de conclusie aan verbonden dat het tijd is om op te stappen.
En zo gaan die dingen dan jammergenoeg.  Deze afdeling en deze instelling is niet de enige die op zo'n manier zijn beste mensen ziet vertrekken.
Ik begrijp hem helemaal, maar het zal een groot gemis zijn hier.
Morgen werkt hij nog, maar woensdag is hij vrij.  Donderdag is hij weer terug en dan zal hij … (weet niet meer wat hij zei…), "dan ben ik al weg" zeg ik.
Giel kijkt me nadenkend aan en zegt na een korte stilte; "dat denk ik ook".
YES!  Ik heb de bevestiging dat het mogelijk is.  Als de pijnbestrijding aanslaat ben ik hier woensdag weg.   Niets of niemand kan me nog tegenhouden.

Het loopt alweer richting het einde van de middag en Marloes heeft nog steeds geen aanstalten gemaakt om mij uit bed te helpen.  Ik ben nog duizelig en daarom wil de verpleging liever niet dat ik het alleen probeer.  Eerder vandaag had ik Marloes al eens gevraagd of ze me wil helpen, dus herinner ik haar er nog maar eens aan "we gaan toch nog wel even schuifelen hè?"  Ze knikt van ja. "Hebben jullie soms een onderbezetting vandaag?"  "Nee hoor" zegt ze.  Niet aardig van me, toegegeven, maar dan kan ik het niet onderdrukken om te zeggen dat het toch vreemd is "er wordt zo'n belang aan gehecht dat patiënten uit bed gaan, bewegen en lopen en dat ik er dan zelf om moet vragen."  "Mobiliseren bedoel je?"  "Ja" zeg ik.  Volgens mij zou het niet hebben uitgemaakt of ik aardig of lelijk deed.  Marloes heb ik niet meer gezien.

In de avond komt Giel nog eens kijken hoe het met me gaat.  Ik vertel hem dat ik vandaag nog niet heb gelopen en vraag of hij daar nog tijd voor heeft straks.  Spijtig schudt hij zijn hoofd.  Hij moet zo op de Intensive Care helpen en heeft er dus helaas geen tijd voor, maar ik mag het van hem "wel gewoon zelf proberen hoor."
Okay dan!  Even later zit ik op de rand van mijn bed en pak zelf de infuus en epiduraalpalen.  Ik schuifel richting stoel, maar wordt nog ergens door tegengehouden.  Verrek, dat sakkie seik zit nog vastgehaakt onder het bed.  Ik sta en leun iets te enthousiast op beide benen.  Oeps, daar zak ik in één keer helemaal door rechts.  Snel het gewicht op links verplaatst, druk ik mezelf weer tot stand.  Zelfde techniek als zaterdag; gewicht op links, langzaam doorbuigen en ik kan erbij.  De urinezak kan nog steeds nergens aan opgehangen worden, dus laat ik het gewoon op de grond liggen.  Ik kan aan de slang trekken om het naar me toe te halen en zo rommel ik naar de stoel.

Het vaste ritueel van de avonddienst volgt: kartonnen spuugbakje, patiënten in de pyjama helpen, urinezakjes legen, infuusvloeistof controleren, temperaturen, bloeddruk meten.
Het wordt langzaam stiller op de gangen en in de kamers.  Patiënten vallen één voor één in slaap.  Slechts één patiënt houdt het ritme van de nachtdienst aan, ontwaakt wanneer het stil en donker wordt.  Het is de oude man. Verward en angstig.  Roepende in de woestijn:

"Help.... help....  help me dan toch.
Hallo, ....... hallo......   hallo ....
Zuster, ... zuster, help me….
Waarom helpt niemand me?
Ik ga dood..... Help me dan toch."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten